Vanaf mijn elfde kreeg ik kleine psoriasisplekjes op mijn knieën, ellebogen en hoofdhuid. Toen was er nog niet zoveel aan de hand, maar langzamerhand werden de plekken groter en breidden zich uit over mijn hele lichaam. Ik heb als kind veel dokters en ziekenhuizen gezien.
Vanaf mijn twintigste had ik op mijn hele lichaam, op mijn hoofd en rug na, psoriasisplekken, zelfs in mijn navel en bilnaad. Mijn kleding en ondergoed zaten regelmatig onder het bloed.
De warme zomers waren het ergst. Ik liep altijd rond in een lange broek en kleding met lange mouwen. Als het warm was, zweette ik dan ook heel hard, waardoor ik nog meer jeuk kreeg. ’s Nachts droeg ik daarom antikrabhandschoenen, maar ook daarmee schuurde ik mijn huid tot bloedens toe kapot. Het was een echte hel. Ook voor mijn vrouw was het zwaar. Zij moest dagelijks het beddengoed en mijn kleding wassen. En het huis elke dag stofzuigen vanwege de schilfers.
Bij het voetballen droeg ik extra lange voetbalkousen. En douchen na de training? Dat deed ik niet. Ik schaamde me zelfs voor mijn eigen ouders, vrouw en kinderen, en droeg zelfs thuis geen korte broek. De keren dat ik toch in short en T-shirt op pad ging, merkte ik dat ik werd nagekeken of dat mensen op het terras ergens anders gingen zitten. Dat soort ervaringen heeft me echt blijvend getekend.
Bijna niemand in mijn omgeving weet dat ik psoriasis heb. Natuurlijk kreeg ik weleens vragen, maar daarop antwoordde ik altijd ontwijkend. Ik schaamde me dood voor mijn plekken en vond mezelf een loser. Er is veel wat ik door mijn psoriasis heb moeten laten. Vooral de uitjes met de kinderen naar het zwembad heb ik erg gemist.
Ik heb van alles geprobeerd om van mijn plekken af te komen, van zalfbehandelingen en crèmes tot pillen en zoutbaden. De plekken werden dan soms iets minder of waren tijdelijk weg, maar uiteindelijk kwamen ze steeds weer terug. Een aantal behandelingen heb ik vanwege de bijwerkingen moeten stopzetten. De lichttherapie in het ziekenhuis werkte behoorlijk goed, maar kostte bijzonder veel tijd. Toen ik vanwege het maximum aantal behandelingen moest stoppen, kwamen de plekken nog harder terug.
Op een gegeven moment zat ik er echt door. Ik was alle moed kwijt en wist niet meer hoe het verder moest. Toen heb ik hulp gezocht bij een psycholoog met wie ik uiteindelijk drie jaar in gesprek ben geweest. Dat hielp wel wat, omdat ik over mijn problemen kon praten. Maar psoriasis en alles waar je mee te maken krijgt, gaat er niet mee weg. In de jaren die daarop volgden, heb ik niets meer aan mijn psoriasis gedaan.
Jaren geleden al hoorde ik via een neef over nieuwe medicijnen voor psoriasis. Ik had mijn dermatoloog al vaak gevraagd om daarmee te mogen starten. Altijd luidde het antwoord: ‘Laten we eerst nog dit middel uitproberen en dan nog dat middel’. Maar vorig jaar had ik het echt helemaal gehad. Toen heb ik hem gezegd dat ik echt alles geprobeerd had en dat het tijd was om me verder te helpen.
Ik ben toen met een biological gestart die ik mezelf inspuit. Ik ben nu vrijwel van al mijn psoriasisplekken af. Dat is een heel fijn, maar ook vreemd gevoel. Ik hoef me niet meer te schamen en mijn moreel is veel beter.
Ik kijk kritisch terug op de afgelopen jaren. Psoriasis heeft mijn leven zo hard beïnvloed. Ik ben vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Ik vraag me af waarom ik zo lang op een goede behandeling heb moeten wachten. Ik kan wel zeggen dat psoriasis een aanzienlijk aantal jaren van mijn leven heeft verwoest.
Ik heb mijn verhaal jarenlang voor mezelf gehouden, maar nu is het tijd om open te zijn over mijn ziekte. Ik hoop dat andere mensen met psoriasis zich er goed in verdiepen en sneller voor zichzelf opkomen dan ik gedaan heb. Dat hoop ik ook voor mijn kinderen, die helaas ook psoriasis blijken te hebben.
Ik ben een blij mens, maar niet helemaal vrij van zorgen. Toevallig ontdekte ik net een plekje op mijn hoofd en dan breekt het zweet me weer uit. Dan denk ik: het komt toch niet terug? Het zal nog wel even duren voor die angst verdwijnt. Daarvoor heb ik in de afgelopen dertig jaar te veel meegemaakt. Maar ik probeer me vandaag geen zorgen te maken. De zomer komt eraan en het duurt dus niet lang meer voordat ik mijn korte broek kan aantrekken.